03 november 2015

FOTOBOEKANALYSE: YONDER - MARNIX GOOSSENS

Over een periode van zeven jaar heeft fotograaf/kunstenaar Marnix Goossens interieurs vastgelegd waarin elementen uit de natuur terug te vinden zijn. Hierdoor illustreert hij onze behoefte aan om de natuur ’na te botsen’ in ons interieur, waardoor hij zijn eigen persoonlijke verlangen naar de natuur en vrijheid in beeld brengt.

GEKOZEN PROJECT EN FORMELE INFO
Het fotoboek Yonder (2013, Roma Publications) door Marnix Goosens, met tekst van Maria Barnas, vormgeving door Marnix Goossens en Remco van Bladel.
Het boek werd uitgegeven in verband met de tentoonstelling van het zelfde naam in FOAM, 2013. De eerste oplage van de boek bestaat uit 1500 kopieën, en werd deels gefinancierd door de Mondriaan Fonds. Hiernaast was een Special Edition met een 30x24 print verkrijgbaar bij FOAM.
Het boek heeft het formaat van 20x27cm en bestaat uit 132 paginas.
De verhouding tussen tekst en beeld is voornamelijk een aantal foto’s, die vier keer doorgebroken worden door tekst van Barnas op groen papier – een afwisseling van het witte waarop de foto’s gedrukt zijn. Er is echter geen tekst bij de foto’s, maar achterin het boek vind je een overzicht met de titels en jaargetal van de enkele foto’s. Op een pagina heb jij alleen de foto en een afwisselend mengde wit rand. De papier waarop de foto’s gedrukt zijn verschillen ook onderling van soort, dikte en textuur. Naast de effect van de tekst van Barnas tegenover het thema van Goossens, zal later ook terug komen op het effect hiervan.            


PUBLIEKE ONTVANGST
Er valt helaas niet veel recensies te vinden over Yonder, maar op meerdere sites, bv. het online magazine, GUP, is er wel een uitgebreide omschrijving van het werk, maar dit is meer PR dan ‘kritiek’. Wel heb ik een recensie kunnen vinden van de Volkskrant, waarin Merel Bem, na een in eerste instantie positieve kritiek, uit eindelijk de tentoonstelling, Yonder, maar slechts twee sterren geeft:

Vergeleken bij dat eerdere werk kabbelt Yonder maar een beetje voort, van het ene hoogst esthetische vergeten hoekje naar het andere, met soms mooie observaties, maar ook te veel herhaling van wat [hij] eerder deed […]. […] iedere kunstenaar [is] vrij om zijn eigen weg te kiezen, maar het is wel zonde. Vooral omdat tegelijkertijd de ontwikkeling en de urgentie uit het werk is verdwenen (Berm, M., 2013).

Ik kende het werk van Goossens niet voordat ik bekend werd met Yonder, en voor mij is het werk hierin dus nog steeds ‘fris’ en voor mij persoonlijk actueel. Maar ik kan me goed voorstellen dat het de neiging kan hebben om een beetje same old, same old te worden na een tijdje, als jij je altijd met de zelfde soort thema’s bezig hou – ook al verandert het onderwerp.
Qua vormgeving van het boek valt er voor Eloi Koster in ieder geval niks om een vinger op te leggen: “de afweging van papiersoorten, combinatie van kleuren en fotografie, opbouw van de beelden, het stofomslag. Een echte pageturner” (Eloi, K., 2014).
Nadat ik Yonder als mijn analyseonderwerp had gekozen wou ik echt de tijd nemen om het boek te ervaren. Mij zo veel mogelijk in de gedachten van de maker proberen te plaatsen en waarom hij voor precies deze onderwerp, thema, manier van fotograferen en vormgeving had gekozen. En toen ik een keer zo geconcentreerd ging zitten kwamen details zoals bv. de minimale afwisseling tussen wit rand, dik en dun papier en textuur veel sterker over. In eens moest ik denken aan “waarom?”. Waarom precies zo veel wit rand bij deze foto? En waarom is die foto op grof papier gedrukt? Waarom is de helft van deze spread op dun gedrukt en de andere niet? Ja, waarom? Het heeft misschien een diepere mening, maar naast voor een goede flow van de boek te zorgen, speelt deze subtiele vormgevingskeuzen ook een ander rol: het maakt ons attent op de maker én laat ons nadenken.
De enkel pagina prints naast een witte pagina of twee foto’s tegenover elkaar worden afgewisseld met spreads, en deze werken ook als een soort stem van de maker: “laat je even helemaal onderdompelen in deze”, zegt ie. Een spread is beeldvullend en onmisbaar. Het is in your face en je kan het moeilijk niet zien.


ONDERWERP X THEMA
Na aanleiding van je gekozen onderwerp visualiseer je je thema. De onderwerp kan je dus fotograferen – de thema niet. In Yonder is het thema het verlangen naar de natuur, naar vrijheid en/of een of ander ‘emotionele staat’, wat geïllustreerd word door interieurs met kunstmatige natuurelementen. Dit doet Goossens niet met ‘typische’, overzichtelijke interieur shots, maar meer als een soort abstracte stillevens, die het gefotografeerde romantiseert.

YONDER
‘Yonder’ betekend ‘het daarginds’; een soort ondefinieerbare psychologische ruimte. Een gevoel. Iets wat niet tastbaar is. Met deze titel geeft Goossens de toeschouwer, met minimale informatie, richting in hoe wij het boek moeten bekijken. ‘Yonder’ refereert dus niet tot wat gefotografeerd is – knullige bloemenprints in verwaarloosde interieurs – maar wat hij met deze foto’s probeert te illustreren; de zoektocht naar vrijheid.


I’M NOT HERE
De tekst door Barnas die de stroom van foto’s onderbreekt door het boek heel werken als een soort van ademhaling tussen de foto’s, en dit werkt goed. De tekst is poëtisch en heeft vleugels van existentialisme.

A soft glow fell in the tracks across the floor, along the edges of the window. He knelt down so that he could scoop up the warm sun with his hands. Was the warmth drinkable? The glow spread out over his hands and slid between his fingers. When he squinted his eyes, it streamed through the room and fanned out.
He was lying flat out in it, when he heard footsteps in front of the door. He wasn’t there, he decided, as he made himself as long as possible. He was just breath in a house that swelled with the rising of his ribcage and shrunk when he blew the air out of his lungs (Barnas, M. 2013).

Deze soort teksten zorgt voor een unieke en poëtische break van de foto’s, waarvan men misschien anders wat sneller een soort verzadingspunt zou bereiken. En hoe vaag de teksten ook af en toe zijn, voegt het uit eindelijk wel iets toe aan de ervaring van het werk als een geheel.


PROCES
In het geval van Yonder krijg ik het gevoel dat het sporadisch is gemaakt – wat natuurlijk logisch is met een body of work die over zeven jaar (2006-2013) gemaakt is. Maar ik noem het juist een body of work, omdat het door de vormgeving en de manier hoe Goossens de foto’s met het zelfde uitgangspunt heeft genomen, toch een geheel vormen, en dus niet als een rommelige collage van verzamelt beeldmateriaal is. Ik weet helaas niet hoe Goossens tot al deze verschillende toegang heeft gekregen, maar ik kan me voorstellen dat het een combinatie is geweest van actief op zoek gaan naar bv. oude gebouwen die een tijde leeg hebben gestaan, en dat mensen in zijn netwerk, hem hebben getipt als ze iets tegen zijn gekomen wat actueel voor zijn project zou kunnen zijn. Ik heb in ieder geval zelf ervaren dat het heel goed werkt om een paar goede mensen om je heen te hebben waarmee je je werk kan bespreken, en als ze dan toevallig later iets tegenkomen wat met jou onderwerp/thema te maken heeft sturen ze het jou kant op.
Maar ik denk ook dat de locaties af en toe een ‘cadeau’ zijn geweest; iets wat Goossens min of meer toevallig tegengekomen is. Zoals bv. het verhaal dat hij op bezoek was bij zijn toenmalige schoonvader en besloot de tegels op de wc te fotograferen, tot grote verbazing en irritatie van de schoonvader.


TECHNIEK
COMPOSITIE
Goossens fotografeert met een technische camera, en dit zie je voornamelijk aan de zorgvuldige composities. Het is niet zo maar een ‘snapshot’ van zijn observaties. Je merkt echt dat Goossens de tijd heeft genomen om goed naar het beeld te kijken.

The way normal things can change just by looking through a camera, isolating them from their context and see them free from it gives me the opportunity to reveal a beauty of ordinary things that can be easily missed. […] They can become something new. (Goossens, […]).

Deze quote laat eigenlijk ook zien waarom het werk van Goossens juist werkt. Hij is in staat om zijn manier van kijken in zijn fotografie te vertalen en zo aan de toeschouwer over te brengen. Dus dat wat wij zien en hoe wij het zien, zien we op de manier hoe hij het zag. En dit is essentieel. Want door de composities isoleert hij het beeld, en zo kiest hij ter gelijke tijd ook wat hij niet laat zien. En alles wat we juist niet zien, bepalen hoe wij, dat wat we wel zien, zien. We zien zo in eens iets heel normaals, iets waar wij normaal misschien niet zo snel bij stil zouden staan, als iets ‘schoons’ wat ons aandacht verdient.

KLEUR
De foto’s in Yonder zijn kleurenfoto’s en wat de nostalgische gevoel versterkt en een goede en ‘eerlijke’ beeld van de ruimte geeft. Hiernaast laat het bv. de landschapsfoto-foto’s veel ‘realistischer’ overkomen, en soms moet jij je dus echt af vragen of het een echte landschap is, of een foto van behang met een landschaps-print erop. De kleur werkt dus, naast een puur esthetisch effect te hebben, als brug tussen interieur; het verlangen, en het exterieur; wat we verlangen (yonder).

LICHT
Licht speelt ook een belangrijke rol. De foto’s lijken soms licht in geflitst, maar de foto’s hebben toch altijd een zacht licht en stralen zo, in samenwerking met de sterke composities, een bepaalde rust uit.



EPILOGUE
Als ik zelf met deze onderwerp aan de slag zou gaan; het verlangen naar vrijheid, had ik dan de zelfde keuzen gemaakt? Het is tempting om ‘ja’ te zeggen, maar het eerlijke antwoord is waarschijnlijk meer in de richting van ‘I wish!’.
Qua research zou ik misschien beginnen bij mijn eigen gemoedstoestand – eigenlijk net als Goossens doet in Yonder met uitgangspunt in zijn eigen verlangen naar vrijheid. Ook zou ik willen kijken naar mensen die op verschillende manieren op zoek zijn naar ‘zijn eigen mening’. Dus bv. mensen met een depressie die actief in therapie gaan, of mensen die al hun materialistische bezittingen verkopen om de wereld rond te kunnen reizen, mensen die zo minimalistisch en/of eco-vriendelijk proberen te leven. Mensen die dus bewust ervoor kiezen om op een manier te leven wat afwijkt van de norm, omdat dit hun voldoening geven, omdat dit voor hun ‘vrijheid’ betekent en zo dus de essentie van het leven voor hun is.
Ook zou ik graag iets met sociaal media willen doen, maar mijn valkuil hier is wel dat het snel te nostalgisch en “jeugd-van-tegenwoordig”-achtig zou kunnen worden omdat ik het gewoon ontzettend triest vindt hoe we tegenwoordig (vaak) met elkaar om gaan. Ik mis de eenvoudigheid van duidelijke afspraken en face-to-face contact. En ik mis vooral de respect tussen. Respect tussen twee mensen.
Ik zou qua verbeelding naar plekken willen gaan waar deze respect en aandacht voor zijn medemens, de natuur en ‘het bewuste leven’ wel aanwezig is.
Ik zou ook, als research, uitgangspunt kunnen nemen in mijn eigen leven en al de kleine dingen die mij ‘voldoening’ geven fotograferen of opschrijven, bv. lachen met mijn huisgenoten in de keuken over niks bijzonders op een dinsdag avond, een fietstocht langs de gracht, gek dansen zonder schaamte, het gevoel van als een dolfijn door het water glijden bij de eerste sprong in het zwembad, de smaak van een warme zelf gekookte maaltijd, een goeie rode wijn, een boswandeling, de wind in mijn haar en zon op mijn gezicht op een frisse herfst dag, een stuk mooi muziek, een onverwacht compliment, een knuffel van een dierbare.

Door gedachten en gevoelens te benoemen, en vorm te geven, geef je ze ook een plek voor jezelf en zal jij er meer bewust mee kunnen om gaan. De vraag is dan alleen of ik de thema net zo goed zou kunnen vertalen zodat het actueel blijft voor anderen, zoals Goossens het doet in Yonder, en niet dat het zo persoonlijk word dat het alleen narcistisch overkomt en anderen er niks mee kunnen doen.



Our excesses are the best clues we have to our poverty
– Adam Phillips.

________________________________________

Litteratuurlijst



Goossens, M.: Yonder (2013), 1ste editie, Roma Publications, Amsterdam (boek).


WWW:

Bem, M.: Mijmeringen zonder urgentie, De Volkskrant, 23.08.2013 (online artikel):

Koster, E.: Eloi Koster over papier, De Monsterkamer, 01.05.2014 (online artikel):

Both, J.: Marnix Goossens: Yonder, GUP Magazine, 13.08.2013 (online artikel):

02 november 2015

MENTAL MODELLING

The ability to travel without actually leaving your chair.

A photographic image can turn a piece of paper into an illusion, a moment, a feeling, an experience.

Feedback loop.

Hoe de fotograaf de wereld ziet => hoe de fotograaf wil dat we de wereld zien => hoe we uit eindelijk de wereld ziet in zijn foto.

Vivian Maier.
Door de timing en perspectief/hoek van deze foto is deze situatie humoristisch gemaakt, en zo dus ook de foto.

De Japanse kunstenaar maakt foto's van alledaagse *saaie* dingen. De manier hoe hij het fotografeert laat ons nog een keer naar de de kleuren, de patronen en de schoonheid in het ordinaire kijken.

Door maar een gedeelte van de persoon(en) te laten zien krijgen de aanwezige metonymia meer symbolische waarde; zoals bv. de door getrapte cowboy laarzen, de versleten demin jas en de mini-van. Zo krijgen we een heel duidelijk beeld van de band, Death Valley, zonder ze eigenlijk helemaal te zien.
Nick Sullivan - uit de ongoing serie Double Takes.
Door oude foto's voor de zelfde plek te houden en dit vast te leggen, vertelt Sullivan een verhaal. Of dit bewust is of dat het meer als een gimmick bedoeld is van zijn kant is me niet bekend, maar voor mij, persoonlijk, creëren deze twee elementen - oud en nieuw op de zelfde plek, tot één gemaakt - een sterke mentale laag. Dit omdat het het nostalgisch maakt, omdat ik moet denken aan de tijd die tussen deze twee foto's zit, en wat er allemaal intussen gebeurd is in de wereld, en ook waar de kinderen nu zijn. Zijn ze dood? Ook vind ik dat er een bepaalde punctum [Roland Barthes] in zit, omdat de oorspronkelijke foto, kinderen op staat laat zien op een manier wat we anno 2015 niet zo snel zullen zien - en om dus even dramatisch af te sluiten; het laat me denken dat the age of innocense is over.
De kunstenaar creëert miniature scenes uit alledaagse objecten. Dit laat ons anders kijken naar deze 'gewone' objecten, wat we normaal gebruiken zonder er verder over na te denken. En foto zoals deze laat ons dus, door de ogen van de kunstenaar, onse fantasie gebruiken.

THE MENTAL LEVEL

We construct the image which we see - mental organization (visual gestalt).

The bridge between the mental level and the depictive level is focus;
- focus of the lens.
- focus of the eye.
- focus of attention.
- focus of the mind.

Focus op Robyn en de sfeer - en niet zo zeer wat er precies allemaal omheen is.

Focus word naar Betty Draper getrokken - en niet naar Don Draper terwijl hij in de voorgrond geplaatst is. Maar zijn passieve présence heeft wel invloed op hoe we naar Betty kijkt en hoe we haar gemoedstoestand interpreteren.
Vanuit kikker-perspektief  gefotografeerd, wat het perspectief stoort en dus ook onsen ervaring hiervan; het ziet er uit alsof  de Eiffeltoren direct naast de trein staat.

Terwijl we weten dat het behang, waarnaar we kijken, plat is is er toch een ruimtelijk gevoel in dit beeld, door hoe het gefotografeerd is. O.a. door de gebruik van een milde perspectief van boven naar beneden, en het feit dat het recht op een hoek gefotografeerd is, wat voor diepte zorgt.
Dit beeld is gefotografeerd recht tegen een platte oppervlakte. Maar toch blijven we nieuwsgierig naar wat er achter is, omdat de transpiratie van de glas plaat ervoor zorgt dat we kunnen zien dat er iets achter zit, maar niet wat. Dit zorgt voor mentale diepte in een eigenlijk plat beeld het depictive level.


THE DEPICTIVE LEVEL

Hoe de fotograaf de wereld ziet.

- Ruimtelijk gevoel (opaque/plat).
- Kadrering/standpunt (actief/passief kader).
- Tijd ("time is transformed into an image; time flows, a photograph is static).
- Focus (wat we zien, en wat we niet zien - orde scheppen in de chaos).

Andreas Gursky - Formel 1.
Plat: iets wat veel diepte had in het echt wordt plat gemaakt door de bewerking en samenstelling van meerdere foto's.

Sony Bravia televisie-advertentie.
Tijd (korte sluitertijd): het vastvriezen en romantiseren van een moment.

Plat: het is moeilijk te weten hoe ver de bergen achter de muur vandaan zijn.

Actieve kader: omdat de kader het beeld maakt; niet groter, niet kleiner, niet meer naar links of rechts. Het beeld is wat het is, omdat het precies zo gefotografeerd is.
Passieve kader: omdat de benen werken als metonymia op de vrouw.